Opvangcentrum

In ons opvangcentrum in Harkema vangen wij vrijwel alle soorten schildpadden op, wij proberen een HIGH-END opvang te zijn waar de dieren in vrijheid kunnen leven met alle gemakken en soort eigen voorzieningen Wij richten ons alleen op schildpadden en geen andere reptielen. Dit heeft er mede mee te maken dat wij het belangrijk vinden dat het houden van schildpadden een specialisatie op zich is. Daarnaast willen wij geen tussenstation worden van kruisbesmettingen van verschillende ziekmakende virussen en bacteriën. Als u nagaat dat er meer dan 340 soorten schildpadden zijn, dan is het echt noodzakelijk om zich alleen op schildpadden te specialiseren.

Op het moment van schrijven (2022) zitten er iets meer dan 2500 schildpadden in de opvang. Het merendeel zijn schildpaddensoorten die de afgelopen jaren massaal zijn gedumpt in onze natuur. Dit zijn vooral de roodwang- Geelwang- en Geelbuik schildpadden. Vrijwel niemand wil zorg dragen voor juist deze soorten omdat ze veelal voorkomen. Wij zijn juist gespecialiseerd in deze soorten en vangen ze graag met alle liefde op.

Naast de veel voorkomende Trachemys soorten (lettersierschildpadden) hebben wij totaal 61 verschillende soorten in de opvang. Van groot tot klein en van water tot landschildpad. Sommige soorten schildpadden komen in aanmerking voor herplaatsing, helaas niet de Trachemys soorten omdat deze vanaf 2016 zijn verboden. Het herplaatsen van deze dieren zou ons volledig verantwoordelijk maken voor ontsnapping en voortplanting. Dit is iets wat wij niet willen. Daarnaast is het erg moeilijk deze groot wordende soorten goed bij iemand thuis te huisvesten. Alleen een vijver is niet genoeg. Schildpadden buiten laten in Nederland in een vijver is namelijk dierenkwelling wanneer er geen mogelijkheden zijn om goed op te kunnen warmen. Een binnenruimte met warmtelampen is daarom een must!

Waarom wij ook schildpadden buiten (moeten) houden!

De waterschildpadden die wij buiten houden en eventueel afwisselend binnen laten, behoren allemaal tot de Trachemys soorten, deze zijn in principe winterhard, maar kunnen niet de te lange koude periodes aan in ons klimaat. Daarom hebben wij buiten op de plekken waar de schildpadden zonnen, infraroodheaters en/of warmtelampen hangen. De schildpadden weten feilloos deze warmtebronnen op te zoeken. Het voordeel van infrarood is dat een object aangestraald door infrarode straling opwarmt en niet de lucht daartussen in. Daarnaast worden in de koude periode de onderlagen van de twee meter diepe vijver verwarmt tot 10 graden. Ondanks deze energie slurpende voorzieningen kunnen we toch op een effectieve manier de dieren warmte bieden waar nodig en ze een milde natuurlijke winterrust periode aanbieden. De ervaring laat zien dat grote groepen schildpadden afwisselend actief zijn in de koudere periode. Precies zoals dat in de natuur zich ook zou voordoen. De watertemperatuur houden wij op daarom op minimaal 10 graden.

De buitenvijver bevat meer dan 300.000 liter water en biedt ruimte voor een paar duizend schildpadden. Helaas kan een natuurlijke vijver geen evenwicht bieden aan honderden schildpadden. De ervaring leert dat de schildpadden in zeer korte tijd de heldere natuurlijke vijver met planten en beestjes hebben vernietigd. Daarom is het zaak voor een goede waterkwaliteit te zorgen middels diverse filters, daarbij moet ook rekening worden gehouden met de infectiedruk. Die infectiedruk is meteen de reden waarom wij ervoor moeten kiezen om deze soorten schildpadden vooral buiten te huisvesten. Trachemys soorten in het bijzonder, zijn zeer vatbaar voor longziekten. Wanneer men onderdak moet bieden aan veel schildpadden, dan stijgt de infectiedruk. Er worden dan meer dieren, vooral met een al zwakke gezondheid ziek. Nu is een juiste luchtbehandeling en voldoende ventilatie een belangrijk onderdeel van onze opvang, maar ook hier zitten limieten aan. De behandeling en desinfectie van de lucht kan maar tot een bepaalde hoogte tot het niet meer gezond wordt. Aangezien de opvang steeds meer dieren moet huisvesten, is het niet anders mogelijk om de meest voorkomende “winterharde” soorten buiten te huisvesten. We zien dan ook veel minder uitval door longziekten. In het buitenverblijf worden er vrijwel geen longaandoeningen vastgesteld. Dit komt door de frisse buitenlucht in combinatie met de UV straling van de zon. De infectiedruk van het vijverwater zit in principe geen limiet aan, we kunnen het water met onze systemen tot 97% steriel maken. Dit is vooralsnog niet nodig geweest maar mocht zich een pathogene besmetting voordoen via het water dan kunnen wij indien nodig ver opschalen. Dit geldt natuurlijk ook voor de waterkwaliteit van de binnenvijvers.

Welke schildpadden komen in aanmerking voor de buitenvijver?

Het leven in de buitenvijver is voor een schildpad een grotere uitdaging dan altijd maar binnen zitten. We geloven er dan ook in dat ook een schildpad met zijn reptielenbrein het liefste in vrijheid met uitdaging wil leven. Deze semi vrijheid bieden wij dan ook aan in de vorm van een buitenleven met zorg en controle. De meest schildpadden die wij binnenkrijgen komen uit de natuur, hier zijn ze achtergelaten omdat hun baasjes vaak niet beter wisten en ze de vrijheid gaven. Deze dieren komen meestal erg vermagert binnen omdat ze simpelweg nooit voor hun eigen voeding hebben moeten zorgen. Deze schildpadden blijven eerst bij de opvang binnen zodat ze eerst rustig kunnen aansterken. Velen daarvan zullen alsnog overlijden als gevolg van het slopende leven buiten in de vrije koude natuur. Wanneer de dieren zijn aangesterkt wacht hun een fijn leven buiten, waar ze gevoerd worden, de omgeving de juiste voorzieningen heeft en waar ze oud mogen worden in vrijheid. Wij plaatsen alleen Trachemys soorten buiten. Schildpadden die rechtstreeks van eigenaren binnenkomen, komen in aanmerking als ze minimaal groot genoeg zijn en het de juiste periode van het jaar is (zomer). Schildpadden van circa 1.5 tot 2 kilo zijn groot genoeg om het vrije buitenleven aan te kunnen. En omdat alle schildpadden een chip dragen, houden wij ook controles bij. Schildpadden komen namelijk tijdens het voeren veelal naar ons toe, wij controleren dan op gewicht en algemeen beeld. Een schildpad die het moeilijk heeft wordt naar binnen gehaald.

Onze dieren zijn dus gehuisvest in ruime verblijven. Onze filosofie achter het geheel is dat wanneer een schildpad niet in een groep kan leven. Omdat deze bijvoorbeeld te agressief is, of juist te zachtaardig en niet met de groep mee kan komen, dat wij dan weer een nieuw huisje gaan zoeken. Een schildpad die prima kan leven in een groep hoeft niet weer een geïsoleerd leven te krijgen in bijvoorbeeld een glazen bak.